VIL stelt resultaten voor over realtime monitoring van geconditioneerde goederen

Gisteren stelde het Vlaams Instituut voor de Logistiek (VIL) vzw de resultaten voor van het project ‘Realtime monitoring van geconditioneerde goederen’. De steeds stringentere regelgeving maakt het meer dan ooit noodzakelijk te kunnen garanderen dat doorheen de hele toeleveringsketen de omgevingscondities van kritische goederen minutieus opgevolgd worden. Het VIL reikt diverse technologische mogelijkheden aan.

De controle op temperatuurkritische consumptieproducten is de laatste jaren verstrengd. Niet enkel door controle-instanties, maar ook door de klant: hij stelt hogere kwaliteitseisen aan het aangeboden product. Volgens een recente studie van Food and Agriculture Organization of the United Nations (FAO, 2011) belandt één derde van de totale voedingproductie van 1.3 Miljard ton bij het afval. Het aandeel van de toeleverketen varieert hierin van 10 to 50%.

Kwaliteitsopvolging vereist een continue opvolging doorheen alle stappen van de keten. Het VIL onderzocht samen met zeven bedrijven (Sentipharm, Special Fruit, Colruyt, Agfa Gevaert, AstraZeneca, Groep H. Essers en CEVA Logistics) welke technologie in aanmerking komt om de volledige keten, realtime, te monitoren.

Nood aan realtime feedback, ook van de overslagpunten

Vanuit deze bedrijven klonk in de eerste plaats de nood aan realtime feedback en tracering van de omgevingscondities, bij voorkeur onafhankelijk van de transportmodus en op palletniveau. Zo kunnen – anders dan met gangbare passieve temperatuurloggers die pas aan het einde worden uitgelezen – bij dreigende problemen snel corrigerende acties ondernomen worden en vormen overslagpunten zoals bv. de tarmac bij luchttransport geen blinde vlekken meer. Bij extreme situaties, zoals de vrieskoude van de voorbije twee weken stelt zich deze noodzaak nog meer.

Realtime monitoring schept meer duidelijkheid en transparantie en zorgt ervoor dat proactief en tijdig bijgestuurd kan worden zodat commerciële verliezen beperkt worden

Technologische haalbaarheid bewezen

Voor de deelnemende bedrijven werd de technische haalbaarheid van verschillende innovatieve, draadloze technologieën waaronder RFID, WSN, wifi-tags en gsm-/GPRS-communicatie getest. De testen werden uitgevoerd in combinatie met verschillende logistieke dragers (pallet, koelcontainer, envirotainer, trailer) en farmaverpakkingen.

Meerdere technologieën gaven interessante resultaten. De keuze van de beste technologie is in grote mate afhankelijk van het type logistieke activiteiten in de keten, of het gaat om een open of gesloten keten en welke mogelijkheden er zijn tot het opzetten van een infrastructuur voor het draadloos uitlezen van de monitoring toestellen.

Vraag naar vervolgproject voor luchtvracht

Daarnaast werden met GPRS-toestellen, die goedgekeurd zijn voor Amerikaanse luchtvaart, enkele praktijktesten uitgevoerd tussen drie sites van Ceva Logistics. Deze toestellen bleken over voldoende functionaliteit te beschikken om ze toe te passen in logistieke ketens op pallet- en colliniveau.

Goedkeuring voor het gebruik van GPRS-gebaseerde monitoringtoestellen op vliegtuigen is echter een complexe aangelegenheid en vraagt ook de nodige technologische innovatie. Op vraag van de farmasector start het VIL de komende maanden een vervolgproject op rond GPRS-monitoring in de luchtvracht. Via dit project kan een aanzuigeffect gecreëerd worden voor Zaventem/Brucargo door een verbetering en uitbreiding van infrastructuuronafhankelijke cold chain en high-value luchtvrachtservice.

Bron: VIL

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.